Levensgeschiedenis

Shinkichi Tajiri werd op 7 december 1923 geboren in de wijk Watts in Los Angeles. Hij was de vijfde van zeven kinderen van Ryukichi Tajiri
en Fuyo Kikuta, beide immigranten uit Japan. Het gezin verhuisde in
1936 naar San Diego, waar Tajiri's vader drie jaar later stierf.
Op 7 december 1941, de achttiende verjaardag van Shinkichi, stortte de wereld van de familie in elkaar.
Japan bombardeerde die dag Pearl Harbor en de VS verklaarde Japan de oorlog. Een paar maanden
later werden alle Japanse ingezetenen geïnterneerd in ‘concentratiekampen’. Tajiri's moeder moest
met haar zeven kinderen naar een kamp in de woestijn van Arizona. Tajiri zei hierover: 'Het was niet zo verschrikkelijk als de holocaust. Maar we waren Amerikaanse burgers! We hadden niets verkeerds
gedaan.’ In 1943 maakte hij van de gelegenheid gebruik om het kamp te verlaten door dienst te
nemen in het Amerikaanse leger.
Tajiri: ‘Ze waren vrijwilligers aan het werven voor een
Japans-Amerikaanse legereenheid. Die periode heeft
een enorme invloed op mij gehad. Op mijn karakter, op
hoe ik naar dingen keek.’Tajiri vocht in de frontlinies met
zijn 442nd Combat Team, een eenheid met zware
machinegeweren en raakte gewond tijdens de strijd in
Italië. Een kogel ketste af van een rots waar hij op lag, en
honderden stukjes steen doorboorden zijn knie en
bovenbeen. De helft van de fragmenten bleef in zijn
botten zitten.
Na de oorlog vestigde Tajiri zich in Chicago, waar hij werkte voor een antiquair en studeerde aan het
Chicago Art Institute. Hij voelde zich echter niet erg welkom. ‘Nadat ik in een concentratiekamp was opgesloten en voor mijn land had gevochten, keerde ik terug naar huis, terug van de oorlog, en nog
steeds noemden ze me een ‘Jap’. Hoe kon ik in zo'n sfeer ontdekken wie ik was?' Hij besloot naar
Parijs te gaan. Hij zag daar kansen bij de Russische kunstenaar Ossip Zadkine die een kunstacademie
was begonnen met een klas voor Amerikaanse GI-studenten. Tajiri vroeg een beurs aan en werd aangenomen.
Parijs
Op 28 september 1948 kwam hij in Parijs aan. Zadkine leerde hem onder meer om openheid te
creëren in zijn sculpturen. Een van de modellen op de kunstacademie was de Nederlander Simon
Vinkenoog. Tajiri kwam daardoor in aanraking met de leden van CoBrA (Copenhagen-Brussel-
Amsterdam). Er was direct een klik tussen de artiesten. Wat Tajiri met andere CoBrA-kunstenaars
gemeen had, was de enorme drive om te experimenteren, in zijn geval vooral met materiaal.
De dichter Jan Elburg, die ook meedeed, herinnerde zich: 'Hij reisde vanuit Parijs, waar hij aanvankelijk
van een beurs leefde nadat hij uit het leger was ontslagen, voor de tentoonstelling in Amsterdam,
met enkele prachtige gouaches en een groot gipsen beeld van een 'Warrior', die zwaar beschadigd
in het Stedelijk Museum is aangekomen en die hij met oosters geduld, zoals dat heet, perfect
herstelde met een troffeltje.' In 1949 werd hij uitgenodigd om deel te nemen aan de CoBrA-
tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Het feit dat hij een Amerikaan was, werd
benadrukt om het internationale karakter van de Cobra-beweging te benadrukken.
CoBrA
In 1951 nam hij deel aan de laatste CoBrA-tentoonstelling in Luik waar hij een eigen expositieruimte
kreeg. Zijn Amerikaanse beurs stopte in datzelfde jaar. Door geldgebrek werkte hij met schroot dat
hij uit de Seine had gevist of op vuilnisbelten had opgeraapt.
Zijn werk droeg al de Tajiri handelsmerken en -thema's, met afbeeldingen van krijgers, erotiek,
wonderlijke landschappen, gebouwen en mythische halfmenselijke, halfdierlijke figuren zoals in de
serie ‘Rue d’Odessa’, die behoort tot de Ambassade Hotel Collection.
Ondertussen maakte Tajiri steeds meer contact met Nederlanders. Vanaf 1950 kochten Nederlandse verzamelaars als Aldo van Eyck, Martin Visser en museumdirecteur Willem Sandberg werk van hem.
In 1953 begon hij een relatie met de Nederlandse kunstenaar Ferdi Jansen, hoewel hij toen getrouwd
was met een Franse vrouw. Elburg over Ferdi en Tajiri: ‘Vaak gingen ze samen weg, kleine individuen
op een grote motor, in een nachtelijke rit van hun studio in Parijs naar de Amsterdamse club De Kring,
om vervolgens terug te rennen nadat ze hun voorraad warme vriendschap hadden getankt.
Ze beseften eindelijk dat het makkelijker was om zich in Nederland te vestigen.’
Het paar verhuisde in 1966 naar Amsterdam. Shinkichi Tajiri en Ferdi Jansen trouwden in 1957, met als getuigen Simon Vinkenoog en filmregisseur Jan Vrijman. In 1959 richtte hij, samen met Couzijn, Hans Verhulst, Ben Guntenaar en Carel Kneulman, de Groep Amsterdam op.
Baarlo
Shinkichi en Ferdi Tajiri en hun twee dochters verhuisden in 1962 naar Baarlo, naar kasteel Scheres,
waar ze een ongelooflijk creatieve tijd doorbrachten. Tajiri vertegenwoordigde Nederland, samen
met andere kunstenaars, op de Biënnale van Venetië. Ferdi brak door met haar exotische bloemen
en natuursculpturen, ook wel hortisculpturen genoemd. In 1969 stierf Ferdi bij een ongeluk thuis.
Tajiri bracht hulde door een boek aan haar op te dragen. In 1976 hertrouwde hij met Suzanne van der Capellen. Van 1969 tot 1989 was Tajiri hoogleraar aan de Hochschule der Künste in Berlijn.
Tajiri's werk is over de hele wereld te zien en maakt deel uit van grote museum-collecties. Hij nam
deel aan de tentoonstelling The Art of Assemblage in het Museum of Modern Art in New York
in 1961. Hij vertegenwoordigde Nederland op de Documenta II (1959), Documenta III (1964),
Documenta IV (1968) in Kassel en de 31e Biënnale van Venetië (1962).
Op 25 juni 2005 werd Tajiri benoemd tot ereburger van de gemeente Maasbree en werd op
7 december 2008 geridderd in de Orde van de Nederlandse Leeuw vanwege zijn uitzonderlijke
inzet en de cultuurhistorische betekenis van zijn activiteiten Een jaar later kreeg hij de Nederlandse nationaliteit. In datzelfde jaar onthulde koningin Beatrix in Venlo vier ronins (strijders) van Tajiri.
De zes meter hoge beelden staan aan weerszijden van de stadsbrug van Venlo. In 1991 had de
koningin, die ook beeldhouwster was, een werk van Tajiri aan haar eigen collectie toegevoegd.
Shinkichi Tajiri is in de nacht van zaterdag op zondag op 15 maart 2009 in zijn woonplaats Baarlo
overleden. Hij is 85 jaar geworden.







